ZZap!64 Retro Memories
Vandaag is dankzij het internet een overvloed aan informatie beschikbaar. Niet alleen lees je nu veel op internet maar ook de software is beschikbaar via internet. In 1982 kwam de Commodore 64 uit. Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren toen ik mijn eerste homecomputer, de Commodore 64, kreeg als Sinterklaascadeau.
Ik was hier erg blij mee. In het begin kon je geen software kopen of informatie vinden buiten wat er in de handleiding stond. Je programmeerde dan ook je eigen BASIC programma’s. Later kwamen er tijdschriften uit met informatie over software en nieuwe ontwikkelingen.
Voordat er Nederlandstalige bladen uitkwamen waren er wel Engels- en Duitstalige bladen te koop bij de tijdschriftenwinkels. In Maastricht ging ik deze bladen kopen bij Ton Rouwenhorst in de Frankenstraat en Purnot aan de Stationsstraat.
Zzap!64 had een hele speelse en moderne lay-out ten opzichte van de andere magazines. De tips en tricks waren heel leuk gedaan in een blad. Er was toen nog geen YouTube of Twitch. Er stond per scherm/aktie een afbeelding met uitleg welke toetsencombinatie of joystick beweging er gedaan moest worden om het spel tot het volgende level te kunnen volbrengen. Nu heb je volledige playthru’s op internet. Eigenlijk echt wel knap hoe ze dit op een statisch papieren vel konden overbrengen. Met enige fantasie en veel proberen lukte ons de lezer dat ook uit te voeren.
Het is bijna niet voor te stellen maar elke maand kwam het blad uit en tot die tijd was je niet van nieuws bewust. Je keek elke maand uit naar de nieuwtjes. Op het nieuws in de krant of TV werd er nagenoeg nooit een nieuwsitem over nieuwe ontwikkelingen qua computers gedaan. Computers was alleen voor nerds.
De Commodore 64 heeft een speciale plek in mijn hart omdat dit mijn allereerste homecomputer is. Het is ook de computer waar je alles zelf moet uitzoeken en instellen. Niets gaat vanzelf. Zelfs het laden van een programma moest je leren door het lezen van de handleiding of zoals sommigen het deden door het leren van een andere gebruiker. Ik zat toen in de basisschool en in onze klas waren er drie die een homecomputer hadden. Grappig waren het alle drie bekende homecomputers van de jaren ’80, Atari 600/800XL, ZX-81 Spectrum en een Commodore 64.
Het laden en opslaan van programma’s ging in het begin via een datasette. Dat is een aangepaste cassetterecorder voor data i.p.v. audio.
Eigenlijk werkte het best wel goed. Het enige wat niet zo fijn was is de snelheid. Wat duurde het laden van een programma toch erg lang. Een spelletje laden duurde echt naar mijn gevoel 15-20 minuten. Wat moest je toen een geduld hebben. Niet klik klaar. Dat is nog niet alles. Later bleek dat de cassette’s niet zomaar uit te wisselen waren. Je moest dan de koppen gelijk stemmen. Wat een tijd. Nu werkt alles automatisch en goed. Als je alle processen gaat bekijken die er doorlopen moeten worden op de start van het laden tot het starten van een programma hebben de huidige gebruikers geen echte reden om te klagen. Het word allemaal snel en eenvoudig door het besturingssysteem geregeld.
Bij ZZap!64 werden er ook demo cassettes meegeleverd, die vast op de cover zaten geplakt. Een enorme distributie uitdaging.
Op deze demo cassettes kon je het programma uitproberen om later de volledige versie aan te schaffen.
Ik heb een enorme tijd genoten van ZZap!64. De Commodore 64 heeft het lang uitgehouden als systeem. Van december 1983 tot februari 1988 heeft de C64 dagelijks zijn computertaken voor mij gedaan om daarna vervangen te worden door de Amiga 2000. Ik kan me herinneren dat de C64 nog een paar maanden naast de Amiga heeft gewerkt omdat nog niet alle programma’s van de 64 beschikbaar waren voor de Amiga maar dit kwam toch wel snel. De 8 bit tijd was voorbij.
De Commodore 64 heeft zo’n indruk op mij gemaakt als 9 jarig jochie dat ik gefascineerd werd door de mogelijkheden van computers. Zowel op professioneel vlak als entertainment. In de jaren 80 was de opkomst van de videorecorder. De betamax, VHS en Video 2000 (VCS) waren in opmars in de huiskamers. Ongelofelijk apparaat waar je TV beelden mee kon opnemen en laten kon afspelen wanneer het jou uitkwam. Je kon het beeld zelfs pauzeren. Sommigen zagen het als magie. De homecomputers van die tijd gingen nog een stap verder. Vandaag de dag sluiten we een computer aan op een speciale monitor om het maximale eruit te halen maar de eerste homecomputers waren zodanig gemaakt dat deze op de TV aangesloten konden worden zodat een aanschaf van een (vaak monochroom) monitor niet nodig was. De Atari 600/800XL en Commodore 64 (voorgegaan door de VIC-20) waren de goed in het weergeven van kleuren op de TV.
De muziek die uit de C64 kwam deed mij erg denken aan Jean-Michel Jarre zijn oeuvre. SID muziek is zelfs vandaag de dag nog heel erg populair bij DJs.
Ik kan me nog herinneren dat ik in BASIC een kaartenbak had geprogrammeerd. Ik had de namen, adressen en telefoonnummers van familie erin gezet. Hierdoor was ik in staat om de zoeken op wat dan ook. Mijn vader vond het heel interessant. De computers op zijn kantoor waren weliswaar krachtiger maar waren enkel in staat om het beeld in monochroom weer te geven. De Commodore 64 kostte een fractie van zo’n IBM PC. Het opslaan en laden via tape waren echt ontzettend langzaam. Ik kreeg voor mijn verjaardag in 1984 een heuse diskdrive, de Commodore 1541. Wat een verademing was dit ten opzichte van de tape. In plaats van sequentieel te moeten werken kon je nu verschillende programma’s en data op de disk aanspreken.
Mijn vader en moeder stimuleerde mijn hobby en daar ben ik hun nog steeds dankbaar voor. Van de Commodore 64 ging ik naar de Amiga 2000. De Amiga 2000 was echt een multimedia powerhouse. Ik heb hiermee veel videobewerking mee gedaan. De leukste opdracht was het maken van een intro en aftiteling voor een videoproductie bedrijf. Ikzelf was nog geen 18 maar het waren wel 18+ films. De titels van de films waren expliciet duidelijk. Als 14 jarig jochie was dit wel grappig. Mijn Amiga 2000 had 9 MB geheugen en een A2301 Genlock en een NewTek DigiView. Hierdoor kon ik NOS/NOB-achtige effecten maken. Ik kwam er via dit bedrijf achter dat NOS toen dezelfde configuratie gebruikte als ik toen had.
Van de Amiga ging ik naar de PC. Commodore had toch een paar rare beslissingen genomen in ogen van de consument. Ze bleven vasthouden aan bepaalde zaken als SCSI en eigen HDDs terwijl de PC markt steeds opener ging. De aanschaf van randapparatuur was steeds duurder aan het worden in vergelijking tot de PC alternatieven. Netwerken kwamen in opkomst. Ik was aan het twijfelen om een Amiga 2500 te kopen. Er waren geruchten dat er een Unix versie ging aankomen, de Amiga 2500 UX. Er was een hoop onduidelijkheid over en toen bleek dat het om een port ging heb ik definitief nee gezegd tegen mezelf. Je wist niet hoelang en hoe goed dit ondersteund ging worden. Vooral de compatibiliteit was een zorg. Op het kantoor van mijn vader gingen ze naar Unix mini computers en datacenter richting de PC met een lokaal netwerk. Toendertijd was dit de toekomst. Domme terminals met een verbinding naar een server op een lokaal netwerk. Novell Netware was hier heer en meester. De standaarden en protocollen waren nog niet duidelijk bij de Amigas terwijl bij de PC dit stabiel was. Ik heb toen gekozen voor een Intel 80386-DX IBM compatible PC. Door de kennis van de PC en de beschikbaarheid van goedkopere computers door de komst van klonen (B en C merken) was het opeens mogelijk om de domme terminals te vervangen door PC’s die veel taken lokaal konden doen en hun opslag en printertaken wel nog via de server konden doen. Mijn eerste project was het hacken van een wachtwoord uit een Novell server bij een bank waar de systeembeheerder ontslag had genomen en wachtwoord had veranderd.
Pap en mam bedankt voor jullie stimulans van mijn hobby.
Ik heb veel geleerd in die tijd van computers maar zelfs vandaag de dag kom je heel veel vraagstukken tegen die met de kennis van toen opgelost kan worden. De basis is toen gelegd.
Voor meer informatie over mijn retro apparaten: Retro Corner